Stress Counseling Mindfulness Loslaten Coach Ziek Burn-out verdriet geluk rust
  • Home
  • Specialisaties
    • Counselling
    • Mindfulness
    • Relatieonderhoud
    • Stress en burn-out
  • Diensten
    • Counselling in bedrijven
    • Counselling voor particulieren
    • Relatietherapie
    • Mindfulness trainingen
    • Communicatie trainingen
  • Werkwijze
  • Tarieven
  • Ervaringen
  • Over mij
  • Links
  • Agenda
  • Contact

Chronische ziek! Interview met Annemiek over haar ziekte.

24/9/2018

0 Opmerkingen

 
Gesprek met Annemiek op 3 september 2018
Steeds vaker kom ik in mijn praktijk en in mijn directe omgeving in contact met mensen met een chronische ziekte. Ik hoor over hoop, wanhoop, pijn, frustratie, verdriet, verlies, incasseringsvermogen, onzekerheid, ziekenhuisbezoeken, medicijnen, teleurstelling, acceptatie, draagkracht en angst. En eerlijk gezegd laten de gesprekken met deze mensen mij niet los. Het maakt me zo bewust van mijn eigen gezondheid, mijn gezondheid dat ik zo voor lief neem maar ook zomaar kan verliezen.
In één van mijn gesprekken met Annemiek waarin ik haar vroeg of ze openstond voor een interview over haar ziekte antwoorde ze volmondig ja. Annemiek is een knappe, intelligente vlotte vrouw van midden 30. Ze heeft een eigen salon voor haarmode die ze al op haar 21ste is gestart, een zelfstandig ondernemer dus. Tot een tijd terug genoot ze van haar salon waar ze een fijne, gezellige en trouwe klantenbestand heeft opgebouwd. Dit dankzij Annemiek oprechte interesse in de mens, haar knipkunst en de veiligheid dat je bij haar voelt.  

Annemiek, wat is de reden dat jij hebt ingestemd met dit interview?
Ik ben chronisch ziek en wat ik hoop is dat ik met mijn verhaal mensen kan laten inzien hoe dankbaar ze mogen zijn met hun gezonde lichaam.

Kan jij nog herinneren wanneer je merkte dat je ziek was?
23 okt 2012, ik weet het nog precies. Ik woonde met mijn vriend destijds in Loosdrecht. Er was nog helemaal niks aan de hand met mijn lichaam. Ik kwam thuis van een uitje en zat onder de uitslag. Mijn vriend wakker gemaakt, die schrok enorm.
De uitslag trok wel weer weg. Echter na een tijd kwam het erger terug en kreeg ik last van dikke vingers, onverklaarbare pijntjes. Ik dacht dat het kwam door de extreme stress die het me gaf om in een relatie te zitten waar ik uit wilde, maar de beslissing niet durfde en kon nemen.
Uiteindelijk, na twee jaar, zijn we uit elkaar gegaan en ben ik in Vleuten gaan wonen. Ik woonde nog geen week alleen toen ik een heftige reuma aanval kreeg, zo erg dat ik zelfs niet meer kon lopen. Ik dacht dat deze aanval veroorzaakt werd door de enorme spanning waarin ik een lange tijd gezeten had. Mijn lichaam zei op deze manier “als je niet luisteren wilt dan moet je maar voelen”.   Hiervan ben ik overtuigd.

Aan welke ziekte lijd je eigenlijk?
Ik heb reuma wat betekent dat al mijn gewrichten ontstoken zijn wat veel pijnklachten geeft, vooral in mijn handen zijn de klachten het ergst. Daarnaast heb ik Urticaria (galbulten), de voornaamste klacht die dat veroorzaakt is intense jeuk. Vaak beginnen nieuwe galbulten tegen de avond, die ’s morgens dan nog aanwezig zijn. Ik heb er vooral ‘s avonds en ’s nachts veel last van, wat leidt tot een verstoorde nachtrust. Daarnaast geven beide aandoeningen ook nog ernstige vermoeidheid en koortsklachten.

Wat voor een betekenis geef jij aan ziekte?
Ik heb de overtuiging dat alles wat je wenst uitkomt. Ik ben van klein kind af aan al gewend om in de overlevingsmodus te zitten. En had me, als jong meisje, voorgenomen dat ik later mijn kinderen een veilig thuis zou kunnen bieden en wenste daarom voor mezelf een man met wie ik dat zou kunnen beiden. Het grappige is dat ik hem ook heb gekregen maar dat het uiteindelijk bleek dat dit niet is wat ik echt wil.
Daarna wenste ik mezelf “de liefde van mijn leven”. Die kreeg ik ook. Alleen die bleek niet goed voor mij te zijn. Het universum lijkt mij te zeggen “dit is toch wat je zo graag wou, ga er maar aan staan!”.
Nu wens ik een gezond lichaam en doe ik er alles aan om zo gezond en zo goed mogelijk voor mijn lichaam te leven. Alleen het lijkt niet te helpen en vraag ik me af wat ik nog meer kan doen. Totdat jij mij vroeg; kan je je niet beter afvragen wat je minder kan doen?
Maar op je vraag terug komend, door diverse traumatische ervaringen in mijn jeugd zijn er dingen in mij stuk gemaakt en ik denk dat dit mijn lichaam heeft ziek gemaakt. Nu hoop en denk ik dat door naar de kern van problemen te gaan en mezelf zowel lichamelijk als psychisch serieus te nemen met behulp van E.M.D.R.* en een psycholoog mijn klachten en ontstekingsreacties in mijn lichaam minder gaan worden.

Had jij het idee dat je altijd ziek zou blijven?
Nee! Ik heb de eerste 5 jaar gezegd dat de ziekte weer over zou gaan, omdat ik dacht dat het door de stress kwam. Ziek zijn hoort en past niet bij mij, het is tijdelijk. Maar het is er ondertussen al 6 jaar en het wordt alleen maar erger. Alleen de acceptatie is zo moeilijk, niet alleen van dit moment, maar er zijn ook steeds meer andere situaties waarmee je met je ziekte wordt geconfronteerd. Zoals dat ik laatst bijna mijn bed niet uit kon komen, omdat ik het dekbed niet van me afkreeg vanwege de pijn in mijn handen en mijn polsen.  

Wanneer en wat heeft jou tot bewustzijn gebracht dat het niet meer overgaat?
Eigenlijk pas sinds een paar weken. Dat komt omdat er geen verbetering in zit. Het wordt alleen maar erger, ik kan steeds minder. De ziekte vreet me op. Op mijn ziekte valt geen pijl te trekken. Bijvoorbeeld vrijdag was het zo slecht, dan sta ik voor mijn gevoel helemaal in de fik en gaan mijn vingers en polsen weer ontsteken. Het schrijnt en het brand, alles is ontstoken. En dat is elke dag. Het is niet alleen de opgezette gewrichten en de uitslag wat je ziet, maar ook de verhoging, ik voel me heel moe en merk dat de rek eruit is. Ik kan steeds minder hebben.
Je moet je voorstellen dat ik vroeger na de vakantie mij zo ontzettend kon verheugen om weer aan het werk te gaan, om mijn klanten weer te zien. Nu raak ik in paniek. Omdat ik mezelf ternauwernood overeind kan houden, kan ik het niet meer opbrengen om in dienst te staan en te luisteren naar de verhalen van andere mensen. Mijn lijf doet zo zeer dat ik ze vaak niet eens kan bewegen, de uitslag dat eerst pas ‘s avonds opkwam komt nu soms al in de middag opzetten. Alles brand en doet pijn, dan krijg ik injecties die soms even werken, maar zelfs zware prednison infusen doen hun werk niet meer…
Het is overleven.

En hoe nu verder?
De artsen vertelden mij dat ik nooit hiervan zou genezen, maar dat ik moet blijven hopen dat de ziektes door de juiste medicijnen onder controle zullen komen. Maar alles duurt zo lang. Voordat een medicijn zijn werking kan doen en zich kan bewijzen gaan er weer maanden overheen. Het woord “hopen” heb ik zo vaak gezegd het afgelopen jaar.
Nu duurt de pijn te lang. Als het niet onder controle is voor het eind van het jaar, dan moet ik stoppen met de salon. Dan zal ik in de bijstand terecht komen en dat lijkt me erg moeilijk en pijnlijk ook.
Wat me wel opvalt is dat ik door deze keuze te maken in mijn hoofd het me ook een gevoel van vrijheid geeft. Ik begin mijn salon stukje bij beetje los te laten. Ik vecht er niet meer tegen.

Dat is een moedige beslissing die je genomen hebt.
Ja dat klopt, maar uit nood geboren. Ik kom er ook steeds meer achter dat ik pas voor mezelf kan kiezen als het echt niet meer gaat en dat ik dit al mijn hele leven zo doe. Misschien is dat wel iets dat ik aan mezelf verplicht ben om te veranderen. Ik denk dat ik altijd de overtuiging heb hoog gehouden dat als ik maar hard genoeg werk en doorzet dat het dan wel goed komt.

Wat vind je het ergste aan je ziekte?
Ik ben door de prednison 15 kg aangekomen en daardoor zie ik er niet meer uit als mezelf. Ik herken mezelf niet meer, dat vind ik bijna t ergste. Door prednison krijg je een vollemaansgezicht en dat maakt me zo onzeker. Ik merk dat ik soms moeite heb om naar anderen te kijken met een mooie huid, ik zie er vaak zo lelijk uit. Ik ben niet meer de zelfverzekerde spring in het veld die ik altijd was. Ik mis mezelf, dat is het vooral.
Soms kunnen mensen zeggen, goh wat is hij/zij lelijk. Mensen zijn niet lelijk. Hou op met die vooroordelen. Wees eens wat voorzichtiger en liever voor elkaar. Je weet pas echt hoe dingen voelen als je het zelf hebt meegemaakt.
Zoals een lotgenoot mij ooit zei; het is een beetje fietsen met lekke banden, elke weer dag die strijd.
Daarnaast baal ik dat ik nooit een arbeidsongeschiktheidsverzekering heb afgesloten, zo stom dat ik dit niet gedaan had toen ik nog gezond was. Je denkt dat je een dergelijke verzekering alleen maar nodig hebt voor als je iets breekt ofzo, dus ik zorgde altijd wel voor een buffertje. Maar het komt helemaal niet in je op dat je chronisch ziek kan worden, vooral als het niet in de familie voor komt.

Hoe kijkt de buitenwereld tegen jouw ziekte aan?
Ik heb door de jaren heen geleerd om niet zoveel aan te trekken wat mensen van mij zouden denken. Het is misschien best moeilijk te begrijpen voor anderen dat ik bijvoorbeeld de ene dag op een avond kan staan dansen en een andere dag niet eens meer kan praten van de vermoeidheid.
Gelukkig heb ik veel lieve vrienden en kennissen die, zover dat mogelijk is, mij begrijpen en mij steunen. Ik denk echter dat als je dit niet zelf heb meegemaakt dat je niet echt kan voorstellen hoe het is.
Als ik eens een dag geen pijn heb dan zeg ik wel eens tegen mijn vrienden hoe gelukkig ik dan ben. Dan kan ik de wereld aan en merk ik dat dingen die gebeuren mij veel minder raken. Ik voel me dan weer zoveel vrijer in mijn hoofd.
​
Wat is je boodschap?
Ik was altijd heel optimistisch, begripvol en liefdevol, ik wenste iedereen het beste toe.
Nu ben ik vaak boos op mensen en heb in dit interview ingestemd eigenlijk uit frustratie. Ik zou de mensen die klagen over situaties waarin ze bij machte zijn om deze mede dankzij hun gezondheid te kunnen veranderen soms het liefst willen zeggen “kijk nou eens echt naar jezelf en of het nou echt zo erg is in je leven”. Niet omdat ik zelf de zielenpiet wil zijn, maar ik heb geen familie of een partner waarop ik financieel kan terugvallen, moet enorm veel medicijnen slikken en dit alle vergt zoveel, niets is meer leuk, niets gaat vanzelfsprekend en gaat gepaard met veel verdriet en gemis, en vooral het alleen zijn, maakt soms heel eenzaam en verdrietig, vooral als je ziek bent.
Ik wil graag iedereen meegeven dat je je mag beseffen dat als je gezond bent, je heel erg rijk bent. Natuurlijk zijn er tegenslagen. Maar je hebt geen beperkingen door je lichaam, waardoor je keuzes hebt om die dingen te doen die je wilt.
Ik wil het niet bagatelliseren dat het voor anderen dan makkelijk is. Maar wees nou eerlijk, als je kan zeuren om niks dan heb je toch eigenlijk al een heel mooi leven. Het stemt mij dan eenzaam en verdrietig als ik mensen dat hoor doen. Als je een onbezorgd lichaam hebt dan heb je de keuze om iets te veranderen, verander er dan wat aan, haar er alles uit dat je kan.
Nogmaals, wees dankbaar, leef, dans en geniet!
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
* E.M.D.R. = staat voor Eye Movement Desensitization and Reprocessing
 
0 Opmerkingen

September 24th, 2018

24/9/2018

0 Opmerkingen

 
0 Opmerkingen

Wat doet stress met ons lichaam en brein?

20/6/2018

0 Opmerkingen

 


mei 2010

 
Geen leven zonder stress, zoveel is wel duidelijk. Maar waarom is de een veel stressgevoeliger dan de ander? En waarom ontstaan sommige stresskippen al in de dop? Alles wat u altijd al wilde weten over stress, maar waarvoor u te druk was om het te vragen.
 
Waarom schiet de een snel in de stress en de ander helemaal niet?
We zijn al laat voor een belangrijke afspraak en lopen vervolgens hopeloos vast in de file. We krijgen meer verantwoordelijkheden op het werk, waardoor onze to do-lijst elke dag harder groeit dan krimpt. Naast een drukke baan worden we geconfronteerd met de zorg voor een demente ouder. Stress!

Sinds de introductie ervan in de jaren veertig van de vorige eeuw is het begrip stress zo gemeengoed geworden, dat iedereen intuïtief begrijpt wat het inhoudt. Toch kan de wetenschap het nauwelijks eens worden over een bevredigende definitie. Daardoor maken veel onderzoekers zich er schaamteloos van af door stress te omschrijven als 'omstandigheden die de meeste mensen stressvol zouden vinden'.

Die definitie kan scherper. Vanuit biologisch oogpunt kun je stress zien als de reactie op een bedreigende situatie. Maar wat is bedreigend? Grotduiken of een lezing houden voor vijfhonderd mensen is voor de een ontspanning of een interessante uitdaging, voor de ander een regelrechte nachtmerrie. Of iets stressvol is, hangt volgens psychologen dan ook af van de vraag hoe iemand een situatie inschat - is dit schadelijk/bedreigend of niet? - én van de middelen waarover iemand beschikt om met de situatie om te gaan.

Zodra er sprake is van een stressvolle situatie zet ons brein twee systemen in werking. Het sympathisch zenuwstelsel zorgt bijna onmiddellijk voor de 'vecht- of vluchtreactie', die ons lichaam klaarstoomt voor actie. Onze spieren spannen zich aan en onze bloeddruk en hartslag gaan omhoog, waardoor je je hart voelt bonzen in je borstkas. De pupillen verwijden zich. Het bloed wordt onttrokken aan onze organen en naar de spieren gestuurd.

De spijsvertering gaat op een laag pitje (wat het 'vlinders in de buik'-gevoel veroorzaakt). We beginnen te zweten, zodat het lichaam na explosieve actie weer afkoelt. Het systeem is zo afgesteld dat het liever te vaak afgaat dan één keer te weinig: we schrikken ons liever tien keer het leplazarus van een tuinslang in het gras dan dat we één keer te laks reageren op een echte slang.

Na enkele minuten treedt een tweede systeem in werking. De hypofyse, een kliertje onder in ons brein ter grootte van een erwt, geeft onze bijnieren de opdracht cortisol te produceren. Hoewel cortisol als stresshormoon een slechte naam heeft, is het wel degelijk nuttig. Het laat de bloedsuikerspiegel stijgen en de stofwisseling een tandje bijzetten. Daardoor komt er meer energie vrij om met de stressvolle situatie om te gaan.

Is stress slecht voor je?
Beide stresssystemen zijn bijzonder nuttig, omdat ze ons in staat stellen om in noodsituaties adequaat te handelen. Het probleem is dat ons mensenbrein de stresssystemen niet alleen activeert wanneer we een leeuw tegenkomen, of, relevanter voor de moderne mens, wanneer we niet goed uitkijken met oversteken en er een stadsbus op ons af dendert. Nee, dankzij ons bewustzijn reageren we ook op bedreigingen van meer psychische aard.

En daar staan we dan met haast in de file, perfect voorbereid op explosieve actie, terwijl we geen kant op kunnen. Of voor een zaal met vijfhonderd man, gespannen, zwetend en met bonzend hart, maar vluchten is meestal geen optie. In de woorden van de beroemde stressonderzoeker Robert Sapolsky: 'Stressgerelateerde ziektes ontstaan voornamelijk doordat we zo vaak een fysiologisch systeem activeren dat geëvolueerd is om te reageren op acute fysieke noodsituaties. Wij schakelen het daarentegen maanden achter elkaar in, wanneer we piekeren over hypotheken, relaties en promoties.'

Onderzoek door de Amerikaanse psychologen Suzanne Segestrom en Gregory Miller laat zien dat Sapolsky een punt heeft. Ze namen dertig jaar onderzoek naar de relatie tussen stress en het immuunsysteem onder de loep en zagen een patroon. Lijkt een stressfactor op de acute vecht- of vluchtsituaties waarmee onze evolutionaire voorouders werden geconfronteerd, dan versterkt de stressreactie het immuunsysteem als voorbereiding op mogelijke verwondingen en infecties. Maar hoe meer de stressreactie chronisch wordt geactiveerd, hoe harder ons immuunsysteem juist achteruitholt.

Zoals gezegd regelt het stresshormoon cortisol dat er meer energie vrijkomt. Die energie moet wel ergens vandaan komen. Is het cortisolniveau chronisch verhoogd, dan beknibbelt ons lichaam op het onderhoud aan het immuunsysteem. Daardoor worden we op den duur kwetsbaarder voor ziektes. Daarnaast kunnen een chronisch verhoogde hartslag en bloeddruk schadelijk zijn voor hart en bloedvaten.

Stress laat ook zijn sporen na in het brein. De hippocampus - een hersengebied dat belangrijk is voor leren, onthouden en navigeren - functioneert normaal gesproken als een soort uitknop voor de stressreactie. Het gebiedje merkt verhoogde cortisolspiegels op, en schroeft de aanmaak van dat hormoon vervolgens terug. Chronische stress beschadigt de hippocampus echter, waardoor het cortisolniveau hoog blijft, waardoor de hippocampus nog meer beschadigt - een vicieuze cirkel. Bij ouderen (gemiddeld 74 jaar) die vijf jaar lang werden gevolgd, bleken hoge cortisolniveaus gepaard te gaan met een 14 procent kleinere hippocampus, en dus een slechter geheugen en meer moeite om de weg te vinden door een doolhof.

Naast de hippocampus beïnvloedt stress ook de amygdala, een hersengebiedje dat continu een oogje in het zeil houdt voor gevaar. Onderzoekers van het Nijmeegse Donders Instituut legden vorig jaar 29 vrouwen in een hersenscanner en lieten hen kijken naar foto's van boze, bange en blije mensen. De helft zag van tevoren bij wijze van stressor een fragment van een extreem gewelddadige film, de andere helft zag een neutrale film.

Wat bleek: bij de gestreste vrouwen reageerde de amygdala veel heftiger op de foto's. Bovendien maakte het gebiedje geen onderscheid meer tussen blije gezichten en boze en bange, terwijl het na een neutraal fragment alleen nog oog had voor de boze en bange gezichten. Wie flink gestrest is, ziet blijkbaar overal dreiging in.

Leidt acute stress al tot een overgevoelige amygdala, uit dierexperimenten blijkt dat wanneer stress drie weken aanhoudt, de uitlopers van hersencellen in de amygdala beginnen te groeien. De zenuwcellen in de prefrontrale cortex, helemaal voor in het brein, krimpen juist - terwijl net dát hersengebied de amygdala in bedwang kan houden.

Waarom schiet de een snel in de stress en de ander helemaal niet?
Een stresskip kan al in de baarmoeder ontstaan.
Experimenten met ratten, muizen en primaten laten zien dat stress bij de moeder, vooral tijdens de laatste fase van de zwangerschap, invloed heeft op de afstelling van het stresssysteem van de kinderen. Over het algemeen vinden onderzoekers dat het grut van gestreste moeders een hogere cortisolspiegel heeft in rust, én een grotere cortisolproductie in reactie op stress. Die gevoelige afstelling van het stresssysteem zou evolutionair gezien weleens nuttig kunnen zijn: moeders die een kind baren in een stressvolle omgeving bereiden hun kind zo optimaal voor op wat hun te wachten staat.

Stress bij de moeder beïnvloedt ook de hersenontwikkeling van haar kind. Zwangere resusapen die telkens onverwacht werden blootgesteld aan herrie baarden nakomelingen met een kleinere hippocampus. Aangezien dat hersengebied niet alleen belangrijk is voor het geheugen, maar ook functioneert als uitknop voor stress, zou dat kunnen verklaren waarom de stressreactie van de kinderen niet alleen heviger is, maar ook langer aanhoudt.

Ook bij mensen is gekeken naar de effecten van verschillende soorten prenatale stress bij de moeder: angst, waaronder angst voor het baren van een gehandicapt kind, depressie, ernstige life events (zoals de dood van een partner), en rampen zoals de aanslagen op 11 september 2001. De resultaten variëren weliswaar, maar komen meestal overeen met het dieronderzoek: gestreste moeders bevallen van kinderen met een actiever én heftiger reagerend stresssysteem.

Na de geboorte kunnen vroege ervaringen heel bepalend zijn voor de afstelling van het stresssysteem. Een moederrat die haar pups goed bij elkaar houdt en intensief likt, zorgt ervoor dat ze een levenslang minder heftig op stress reageren dan jongen van een moeder die het moederschap wat minder serieus neemt. Onderzoek laat zien dat zo'n gevoel van veiligheid zelfs prenatale stress kan bestrijden.

Extreme of chronische stress tijdens de eerste vier levensjaren maakt mensen kwetsbaar voor latere stressoren. Wie nu echter denkt dat het zaak is om kinderen zoveel mogelijk te pamperen, komt bedrogen uit. Stressvolle ervaringen die uitdagend zijn maar niet overweldigend, maken kinderen later juist weerbaarder. Wanneer doodshoofdaapjes drie tot zes maanden oud zijn, worden ze door hun moeders af en toe alleen gelaten om zelf eten te zoeken. Hoewel dat aanvankelijk een hoop stress en gepiep oplevert, wennen ze er langzaam aan.

Samenwerkende onderzoeksgroepen uit de VS en Zwitserland ontdekten dat deze opvoedtechniek er later toe leidt dat de aapjes minder angstig zijn, meer op onderzoek uitgaan in onbekende situaties en lagere cortisolspiegels hebben. Hersenscans wezen uit dat zulke aapjes later een beter ontwikkelde prefrontale cortex hebben - en dat gebied kan de stressreactie afremmen door het onderdrukken van activiteit in de amygdala, die constant alert is op gevaar. Op dezelfde manier blijken volwassenen beter te kunnen omgaan met het verlies van hun partner, ziekte en ongelukken, wanneer ze als kind stress hebben ervaren en wisten te hanteren.

Wie zijn grotere stresskippen, mannen of vrouwen?
Ziektebeelden als angst, depressie en posttraumatische stressstoornis worden in de psychiatrie tegenwoordig beschouwd als het resultaat van een verstoord stresssysteem. Alle drie komen ze twee keer zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen, dus ligt het voor de hand te veronderstellen dat vrouwen de dubieuze eer hebben de 'grootste stresskip' te zijn. Maar mannen zijn weer vatbaarder voor infectieziekten, hoge bloeddruk, agressie en alcohol- en drugsmisbruik, zaken waarbij stress een van de boosdoeners kan zijn. Dus hoe zit het nou?

Kijken we naar de hormonale stressreactie, dan reageren mannen heftiger op stress dan vrouwen, met meer cortisol en adrenaline, in ieder geval wanneer het gaat om stressoren waarbij ze moeten presteren, zoals spreken voor een publiek, rekentaken of tentamens. Vrouwen reageren soms heftiger op stressoren van interpersonele aard, zoals sociale afwijzing. Een relatief recent idee is dat de klassieke vecht- of vluchtreactie vooral een mannenzaak is. Vrouwen, die de fysieke kracht missen om een aanvaller af te slaan of te ontvluchten, zouden er een andere strategie op nahouden: tend-and-befriend. Zij houden zich meer bezig met verzorgen en het vormen en onderhouden van sociale banden, en kijken liever of de aanvaller tot vreedzaam gedrag te bewegen is.

Hersenonderzoek onder leiding van de Amerikaanse neurowetenschapper JiongJiong Wang ondersteunt dat beeld. Bij mannen leidde stress vooral tot een actieve rechter prefrontale cortex, betrokken bij negatieve emoties en waakzaamheid; bij vrouwen lichtte vooral het limbisch systeem op, hersengebieden die ook geactiveerd raken bij moederlijke en romantische liefde. De rechter prefrontale cortex speelt ook een belangrijke rol bij het reguleren van emoties, doordat dit gebied de activiteit remt van de amygdala en de cingulate cortex, een hersengebied dat betrokken is bij piekeren.

De onderzoekers zagen dat bij vrouwen, die het zonder de remmende werking van de rechter prefrontale cortex moesten stellen, de cingulate cortex ook na de stress hardnekkig actief bleef. Dat komt weer mooi overeen met de rol van dat gebied bij 'rumineren', malen - in dit geval over de symptomen, oorzaken en gevolgen van de stress zelf. En piekeren is iets waar vooral vrouwen een handje van hebben.

Kort en goed lijkt het er dus vooral op dat mannen en vrouwen 'anders' reageren op stress, en dat die verschillende reacties elk hun eigen problemen en ziektes met zich mee kunnen brengen. Mannen reageren doorgaans met een acute, heftige stressreactie, wat kan ontsporen in onder meer agressie en hoge bloeddruk. Het vrouwelijk geslachtshormoon oestrogeen tempert aan de ene kant de stressreactie, maar maakt helaas ook dat ze langer aanhoudt. In combinatie met hardnekkige activatie van de cingulate cortex, en het bijbehorende gepieker, lopen vrouwen meer kans op onder meer depressies.

Ik ben een stresskip. Wat nu?
Voor de stresskippen onder ons is het natuurlijk leuk en aardig om te lezen hoe ze zo geworden zijn. Maar biedt de biopsychologie misschien ook oplossingen en adviezen? Ja. Een belangrijke les die uit onderzoek valt te trekken is dat het effect van stress op lichaam en brein sterk afhangt van hoe we met die stress omgaan, onze 'copingstrategie'.

Grofweg zijn er twee categorieën copingstrategieën: probleemgerichte of actieve coping, en emotiegerichte of defensieve coping. Bij de eerste vorm pakken we direct het probleem aan: draait de buurman harde muziek? Dan gaan we meteen aanbellen. Onder de tweede vorm vallen strategieën als vermijden (ik ga de deur uit), ontkennen (ik hoor geen harde muziek), en pogingen om onze emoties te beïnvloeden (best leuke muziek eigenlijk, zo erg is het niet).

De probleemgerichte aanpak heeft duidelijk de voorkeur. Mensen die problemen zeer actief te lijf gaan, vertonen nauwelijks een stressreactie, zowel in hun sympathisch zenuwstelsel als wat betreft de productie van cortisol. Defensieve coping, vooral wanneer die bestaat uit vermijden, ontkennen, of het onderdrukken van emoties, leidt juist tot een grote en langdurige stressreactie. Voor wie erin slaagt negatieve emoties buiten de deur te houden, kan defensieve coping op de korte termijn nuttig zijn - vooral als er niets aan het probleem te doen is. Mensen die deze strategie succesvol toepassen, hebben lage cortisolspiegels; maar ook hoge niveaus van het stresshormoon noradrenaline en een hoge hartslag en bloeddruk. Op de lange termijn kan dat weer problemen veroorzaken.

Naast een actieve aanpak is het raadzaam om steun te zoeken bij vrienden, familie of collega's. Sociale steun leidt zowel tot een lager cortisolniveau als tot minder angst. Dat stressbeschermende effect van sociale steun is waarschijnlijk het gevolg van een verhoogde afgifte van het hormoon oxytocine.
Zoals The Beatles al zongen: I get by with a little help from my friends.

​
Geschreven door Reinhoud de Jong
0 Opmerkingen

Pijnlichaam

13/2/2018

0 Opmerkingen

 
Foto
PIJNLICHAAM

Ooit gehoord van het pijnlichaam? Nee? Dan zal ik hem even aan je voorstellen.

Dit beestje is jouw pijnlichaam. Bij de één is hij wat dikker en wat hongerig. Bij de ander is hij wat lichter en heeft wat minder voedsel nodig. Volgens Kabatt Zinn wordt iedere baby geboren met het pijnlichaam, met dit beestje. 

Hoe is dit beestje eigenlijk ontstaan en wat is zijn nut?
Het beestje is ontstaan om emoties aan te sturen bij angst. Zoals bijvoorbeeld het zien van een diepe afgrond, of het gevoel van honger. Maar dit beestje heeft ook een menselijke neiging om oude emoties in leven te houden die je niet volledig hebt geaccepteerd. En zelfs draagt het pijnlichaam iets van de pijn mee die in het verleden door mensen is ervaren, denk daarbij aan geweld, oorlog, slavernij etc. 

Misschien vraag jij je af waar dit beestje op leeft. Waar voed hij zich mee? Dit beestje is verzot op emotionele pijn. En net wat ik daarstraks al schreef, afhankelijk van of je een dik of een dun pijnlichaam hebt heeft hij meer of minder voedsel nodig. Is hij verzadigt dan gaat hij weer lekker slapen. Maar pas op! Ineens kan hij weer wakker worden en slaat hij toe. 

Wat gebeurt er als je pijnlichaam gevoed moet worden:
Misschien herken je dit wel. Je pijnlichaam kan een heel tijd sluimeren maar wordt ineens actief wanneer iets een zeer sterke emotionele reactie triggert. Op dat moment – wanneer het je bewustzijn overneemt – wordt de interne dialoog de stem van het pijnlichaam dat intern tot je spreekt.
Alles wat je pijnlichaam zegt wordt diep gekleurd door oude, pijnlijke emotie van het pijnlichaam. Iedere interpretatie, alles wat het zegt, elk oordeel over je leven, over anderen, over een situatie waarin je je bevindt, wordt totaal vervormd door de oude emotionele pijn.

Bijvoorbeeld iemand spreekt je aan op een fout en je voelt je direct heel boos worden. Vroeger was jij ook altijd degene die de schuld kreeg. Je denkt dan; hoe durft hij me te beschuldigen van … etc. 
Je boosheid heeft dan niets met die ander te maken maar met oud leed dat je hebt meegenomen naar het heden in plaats van het achter te laten in het verleden waar het hoort. 

Het pijnlichaam is zo overtuigend dat je je gaat identificeren met het pijnlichaam en geloof je elke negatieve gedachte die het met je deelt. Als je alleen bent, voedt het pijnlichaam zich met iedere negatieve gedachte die opkomt en krijgt het meer energie. Het pijnlichaam voedt zich, en na een paar uur heeft het weer genoeg. En valt weer in slaap. Enkele dagen of weken later gebeurt het weer opnieuw.

Pijnlichaam en je partner.
Het pijnlichaam voelt zich nog beter als het zich zou kunnen voeden met de reactie van iemand anders. 
Je partner is daarvoor de perfecte persoon. Of anders je familie, je gezin. Onze pijnlichamen houden van gezinnen. Het zal je partner of wie het ook is uitlokken. Het pijnlichaam weet precies hoe het iemand moet triggeren om een negatieve reactie te krijgen. Het beestje is verzot op drama.
Het zegt precies datgene wat de ander kwetst. De ander reageert gelijk. Beide pijnlichamen zijn geactiveerd en doen zich tegoed aan elkaar. Een paar uur later hebben ze genoeg gehad. Ze zitten vol terwijl je denkt: “Waar ging dat eigenlijk over?” Het is ook goed mogelijk dat je je niet eens herinnert hoe het allemaal begon.

Sluimer en waakstand van het pijnlichaam.
Het pijnlichaam voedt zich met negatieve gedachten van het ego. Om de paar weken wordt het pijnlichaam actief. Je merkt dat je je niet prettig voelt en reageert je af op de omgeving. Alles lijkt tegen te zitten. Het pijnlichaam veroorzaakt de negatieve gevoelens en wordt gevoed door je negatieve gedachten. In relaties zie je dat ruzies vaak om de paar weken voorkomen. De pijnlichamen van beide partners worden dan door de negatieve reactie van de ander gevoed en het ego vertelt het verhaal van de problematische relatie. De mate waarin dit soort ruzies voorkomen heeft te maken met twee zaken:
-    De dichtheid van het pijnlichaam is belangrijk. Hoe sterk en hoe heftig vraagt je pijnlichaam om gevoed te        worden? Als je meer emotionele bagage meedraagt is je pijnlichaam dichter.
-     Is de mate waarin je bewust bent belangrijk, als je helemaal niet bewust bent, houd je lang vast aan je            negatieve gevoelens. Ben je een beetje bewust of mindful, dan herken je na de ruzie misschien wat er              eigenlijk gebeurde. Misschien herken je wat er gebeurde op een geven moment zelfs tijdens de ruzie.                Uiteindelijk kun je de ruzie voor zijn en hoef je helemaal niet meer te reageren.

Negatieve gevoelens en het pijnlichaam.
Vaak gaan ruzies over kleine onbeduidende zaken. Als blijkt dat de ruzie niet met die onbeduidende zaken te maken had, gaan ze op zoek in het verleden naar een groter probleem dat misschien de oorzaak kan vormen. Dat is het startsignaal voor een nieuwe ruzie. Je herkent de momenten waarop het pijnlichaam zich wil voeden doordat je denken ineens heel erg negatief wordt. Alles wat een ander zegt of doet, interpreteer je op de meest negatieve manier. Je maakt het persoonlijk en ziet het als een aanval op jezelf. Je voelt je niet meer serieus genomen en begrijpt niet hoe de ander zo gemeen kan zijn. Die negatieve gevoelens en gedachten straal je uit – ook zonder iets te zeggen – en ze prikkelen de ander om zich net zo negatief te gedragen. Ken je mensen die constant in conflict zijn met hun omgeving? Hun eigen actieve pijnlichaam activeert wellicht onbewust de pijnlichamen van anderen.

Wil je meer weten over hoe het zit met jouw pijnlichaam en hoe je kan zorgen dat deze zich niet steeds wilt voeden? Neem dan contact op met Counselling Midden Nederland.
0 Opmerkingen

Hoe ga je om met een handicap of ziekte?

8/2/2018

0 Opmerkingen

 
Dankzij de mooie en inspirerende gesprekken die ik mag hebben met mensen word ik er mij weer extra van bewust hoe ontzettend fijn het is om in een lichaam te wonen die de meeste tijd gewoon doet wat je wilt, met een hart die voor je klopt, longen die je van zuurstof voorzien, benen waarmee je kan lopen, armen en handen die voor je bewegen en ogen die kunnen zien. 

Wij nemen dit en alle andere lichaamsfuncties vaak maar voor lief. Totdat er iets in je leven gebeurd waardoor de vanzelfsprekendheid verdwijnt. Dat kan iets zijn zoals het breken van een been, het hebben van een vette griep of een ontstoken vinger. Heel vervelend voor het moment maar dat gaat over.

Anders is het wanneer je getroffen wordt door een ziekte, breuk of uitval waar niets of nauwelijks wat aan te doen valt. Iets waarvan de artsen zeggen "deal with it". Nu zullen ze dat niet met deze woorden zeggen maar in wezen is het wel waar het op neer komt. 

Hoe ga je daar mee om? Hoe onderga je die pijnen, frustraties, angsten, verdriet, verlies en eenzaamheid. 

Dat is eigenlijk altijd mijn vraag aan mensen die hier voor zijn komen te staan. Hoe ga je ermee om? Wat doe je? Of wat doe je niet? 

Veel mensen zijn, als ze zoiets overkomt, op zoek naar zingeving. Zingeving maakt de ziekte wellicht wat verdraagzamer? Wat is de reden dat ik ziek ben geworden, dat het mij overkomt? Toch is er niet altijd een reden te vinden en mocht die toch te vinden zijn en zijn er misschien levenslessen uit die reden te halen dan zijn we na een poosje echt wel op uitgeleerd geraak. Maar daar gaat de ziekte/pijn helaas niet van over. 

Maar dan? Dan is het zo, het veranderd niet meer. Je kan misschien wel nooit meer volledig functioneren, werken of pijnloos zijn, je kan misschien wel nooit meer zonder je medicijnen en/of je hulpmiddelen.

Wat veel mensen zeggen is dat het enige wat er dan nog is is acceptatie, het accepteren dat je lichaam niet doet wat je wilt, accepteren dat je lichaam veranderd is en niet meer wordt zoals die was. Accepteren betekent niet zozeer berusting maar meer het lef hebben om onder ogen zien dat het is zoals het is. 

Ook hoor ik veel mensen zeggen dat ze altijd hoop blijven houden, hoop op betere medicijnen, hoop op minder pijn, hoop dat ze een weg vinden om met hun aandoening of beperking om leren gaan. Hoop op zingeving.

Bijzonder genoeg hebben deze mensen het ook over dankbaarheid, dankbaarheid voor de lieve mensen om hun heen, dankbaar voor hun eigen kracht, dankbaar voor wat er nog wel mogelijk is of wanneer het een tijdje wat beter gaat. 

Ik heb een paar mooie mensen mogen interviewen en ik hoop dat deze mensen jou weten te inspireren want dan heeft hun ziekte/aandoening toch zin gehad.  



0 Opmerkingen

Gedachtekracht.

1/2/2018

0 Opmerkingen

 
Foto

Je gedachten zijn een heel krachtig instrument, kijk maar eens wat een negatieve gedachte met jou doet. Alleen al bij het terugdenken aan een nare gebeurtenis kan jij je (bijna) weer voelen zoals je je gedurende die vervelende gebeurtenis voelde. Ook wanneer je denkt aan iets vervelends wat nog moet gaan komen (bijvoorbeeld een bezoek aan de tandarts) zou bij jou al een naar gevoel kunnen geven. 

Zo kan je ook je gedachten inzetten om je beter, fijner, sterker of zelfverzekerder te voelen je kan zelfs je gedachtekracht gebruiken om betere prestaties zoals sportprestaties neer te zetten. Hieronder 5 tips hoe je gedachtekracht kunt ontwikkelen:  

1. Denken en handelen vanuit liefde i.p.v. uit angst. 
Vaak komen negatieve gedachten voort uit angst, angst om iets verkeerd te doen, angst om gekwetst te worden, angst om niet gezien te worden, angst om iets niet te kunnen, angst om hulp te vragen, angst om niet aardig gevonden, angst voor pijn, verdriet, teleurstelling. Meestal zijn wij er ons niet van bewust dat angst ervoor zorgt dat we negatief denken en praten. Het tegenovergestelde van angst is liefde. Het geeft ruimte en kracht wanneer je denkt en praat vanuit liefde.
2. Doen alsof.
Gooi uw armen eens omhoog, trek uw mondhoeken zover mogelijk naar boven en probeer nu eens aan iets naars te denken. Moeilijk hé? Hetzelfde omgekeerd, duik eens in elkaar, hou u hoofd tussen uw handen en staar naar de vloer. Probeer nu eens aan iets fijns te denken. Ook moeilijk hé?
3. Het visualisatie effect.
U heeft allemaal misschien wel eens gehoord van Epke Zonderland (turner), hij was onlangs nog op tv, hij sprak over gedachtekracht. Sporters maken daar veelal gebruik van. Visualiseren hoe ze “de oefening” perfect uit kunnen voeren. Wat blijkt, het werkt!!
4. Woorden zoals moeten of juist mogen/willen/kunnen.
Gaat u boodschappen doen met de gedachte dat het MOET, dat het een saai terugkomende handeling is, dat u altijd maar moet bedenken wat u moet eten of wat er nodig is, dat gesjouw met die tassen. Of bent u in staat om van moeten/willen te maken en te bedenken hoe fijn het is om sowieso boodschappen te kunnen doen, te mogen zorgen voor fijn eten op tafel, om uw geliefde of uzelf te mogen voorzien van eten en andere producten die nodig zijn, dat het fijn is om te mogen kiezen uit al de producten die te koop zijn en dat u zo blij bent dat u in staat bent de boodschappen te kunnen betalen? Hoe voelt dat? Het is dan ook een goede oefening om een dag lang eerst na te denken voordat u wat zegt. Wees dus bewust van uw taalgebruik. Haal diep adem en als u uzelf betrapt, dat u iets negatiefs wilt zeggen, weiger dan. Verander het in iets positievers. Dit is geen makkelijke oefening maar wel heel belangrijk. Uw woordkeuze is net zo krachtig als gedachtekracht. Het zal steeds makkelijker gaan naarmate u dit elke dag blijft herhalen. Het wordt op een gegeven moment een gewoonte. U zult merken dat bij het gebruiken van positieve bewoordingen u zichzelf een stuk beter kunt voelen en dat ook de omgeving door uw positieve bewoording positiever wordt.
5. Intentie. 
Gaat u het gesprek in met een vriendin, dokter, partner, kind, buurman om hem/haar van repliek te wijzen zodat deze zich ook zo kan voelen als u zich voelde toen hij/zij dit of dat deed. Of gaat u het gesprek in met die persoon omdat u graag een fijne relatie wilt en dat u het belangrijk vindt dat hij/zij weet hoe u zich voelt zodat daar in de toekomst misschien rekening mee gehouden kan worden? 
Misschien heeft u weleens gehoord van het onderzoek dat gedaan is met rijst. Er werden twee potten gevuld met aarde en rijstkorrels. De beide potten kregen evenveel water, stonden in dezelfde kamer, kregen evenveel zonlicht. Alleen tegen de ene pot werden lieve woorden gezegd en tegen de andere pot met rijst alleen maar boze woorden. Het resultaat kunt u zien op het blaadje. De pot die met liefde werd benaderd daar kwamen de rijstplantjes mooi van uit. De pot waar lelijk tegen werd gedaan kwamen de rijstplantjes troebel en schimmelig naar boven.

Wilt u meer weten over de kracht van uw gedachten? Neem dan contact op met Counselling Midden Nederland. 

0 Opmerkingen

    Auteur

    Jarenlang was Fanny (1966) succesvol in diverse commerciële functies in het bedrijfsleven toch koos zij ervoor het roer om te gooien en een eigen praktijk voor counselling te starten. Haar kracht in de combinatie van een nuchtere, doelgerichte instelling en een groot invoelend vermogen. Met veel energie en plezier begeleidt Fanny mensen bij het (her)vinden van hun kracht en het ontdekken van mogelijkheden om weer meer ontspannen en met plezier door het leven te gaan.
    ​

    Archieven

    September 2018
    Juni 2018
    Februari 2018

    Categorieën

    Alles

    RSS-feed

Counselling Midden-Nederland zet mensen in hun kracht.